Het verlaten van het gebed

Het boek "Het verlaten van het gebed" is geschreven door Imaam al-Albaani. Het boek telt 111 pagina's. Het boek behandelt het vraagstuk van de wettelijke toestand van degene die het gebed verlaat. Onder de Geleerden bestaat hierover enigszins een meningsverschil waarbij de meningen uiteengaan tussen het oordeel dat degene die het gebed volledig verlaat geen Moslim meer is en het oordeel dat degene die het gebed volledig verlaat een grote zonde begaat maar nog een Moslim is. Daarnaast bestaan er nog andere redenen en toestanden die ervoor zorgen dat iemand het gebed soms verricht en soms niet. In dit boek wordt ook ingegaan op de toestand van en het oordeel over deze personen. Feit blijft dat het gebed, na de Geloofsbelijdenis, de belangrijkste daad is die een Moslim dient te verrichten en dat het gebed de daad is waarover een Moslims als eerste wordt ondervraagd op de Dag des Oordeels. Als het gebed goed is, dan zal alles waarop een Moslim daarna beoordeeld wordt goed zijn en als het gebed niet goed is, dan zullen zijn daden ook niet goed zijn. In de Qur´aan zegt Allah niet voor niets dat het gebed een mens beschut tegen onzedelijkheid en kwaadaardigheid. Het is dus, ongeacht welke mening men in deze zaak volgt, van groot belang om het gebed dagelijks vijf maal op de beste wijze te verrichten.